Ajax - Benfica: het begin van Europese glorie
Woensdag 5 maart 2025 was het precies 56 jaar geleden dat Ajax in een beslissingswedstrijd Benfica uitschakelde in de Europacup I. Deze legendarische wedstrijd markeert niet alleen een iconische overwinning, maar kan ook gezien worden als een belangrijke stap in de ontwikkeling van Ajax als Europese grootmacht. Om dat beter te illustreren, duiken we terug in het verleden.
In de jaren ‘60 was Ajax nog geen gevestigde naam in Europa. De Amsterdammers hadden wel nationale successen gekend, maar in Europa was het winnen van de UEFA Intertoto Cup in 1962 en de overwinning op Liverpool in de mistwedstrijd (1966) het enige succes dat Ajax had meegemaakt. Daar kwam in het seizoen 1968/69 een belangrijke stap in de ontwikkeling bij, toen de club de kwartfinale van de Europacup I haalde en daarin Benfica trof.
De Portugese ploeg was in die tijd, in tegenstelling tot Ajax, al een grootmacht. Aan het begin van de jaren ‘60 won Benfica tweemaal op rij de Europacup I, en met sterspeler Eusebio waren de Portugezen op jacht naar de derde Europese hoofdprijs in de clubgeschiedenis.
Eerste twee duels
In de jacht op die prijs reisde Benfica eerst af naar Amsterdam. Op 12 februari 1969 troffen beide ploegen elkaar op een besneeuwd veld in het Olympisch Stadion. Veel spelers van de Portugese recordkampioen hadden destijds nog nooit sneeuw gezien, laat staan erop gespeeld. De omstandigheden zorgden voor optimisme in Amsterdam, omdat men hoopte dat de spelers van Benfica niet op zo’n veld uit de voeten konden. Niets bleek minder waar: de Portugezen wonnen de heenwedstrijd met 1-3 door doelpunten van Jacinto Santos, José Torres en José Augusto.
Een week later speelde Ajax de return in het oude Estádio Da Luz. Door de 1-3 thuisnederlaag leken de Amsterdammers kansloos. Sterker nog: de wedstrijd werd niet eens live uitgezonden op televisie. Toch schoot Ajax uit de startblokken: twee doelpunten van Johan Cruijff en een treffer van Inge Danielsson zorgden voor een 0-3 voorsprong na ruim dertig minuten. Uiteindelijk slaagden de Amsterdammers er niet in om de klus in Lissabon al te klaren. Een doelpunt van José Torres in de zeventigste minuut zorgde er namelijk voor dat ook de return in 1-3 eindigde, ditmaal in het voordeel van Ajax.
Beslissingswedstrijd
Aan verlengingen en strafschoppen na twee wedstrijden werd destijds nog niet gedaan, en dus moest een beslissingsduel op neutraal terrein gaan uitmaken welke ploeg door zou gaan naar de halve finale. Het beslissingsduel werd gespeeld in Stade de Colombes in Parijs, waar Ajax gesteund werd door liefst 40.000 fans. Deze supporters zagen geen doelpunten vallen in de reguliere speeltijd, waarna beide ploegen uiteindelijk toch moesten gaan verlengen.
In deze verlenging werd Benfica overklast door Ajax: twee doelpunten van Danielsson en een doelpunt van Cruijff bezorgden de Amsterdammers een 3-0 overwinning. Na de wedstrijd werd het veld bestormd door uitzinnige fans, die feest vierden in de Franse hoofdstad. ‘Zo’n enorm straatfeest had Parijs sinds de bevrijding niet meer meegemaakt’, schreef France-Soir.
Europese gloriedagen
Op die bewuste 5 maart in 1969 was de wedstrijd tussen Ajax en Benfica in vrijwel heel Nederland het onderwerp. Voor de eerste keer telde een Nederlandse club internationaal mee. Na de gewonnen beslissingswedstrijd in Parijs bereikten de Amsterdammers de finale door ook Spartak Trnava te verslaan. In Santiago Bernabéu werd echter met 4-1 verloren van AC Milan, waardoor nog even gewacht moest worden op de eerste Europese hoofdprijs.
Lang duurde dat wachten niet, want slechts twee jaar later zegevierde Ajax op Wembley. In Londen werd Panathinaikos met 2-0 verslagen. Hoewel het Ajax van 1969/69 de Europacup I niet won, bleek de Europese reeks de opmaat tot een glorieperiode.