Bennie Muller: een echte Ajacied die het fundament voor Europese successen legde
Over een week, op 17 januari 2025, is het een jaar geleden dat Ajax-icoon Bennie Muller op 85-jarige leeftijd overleed. De voormalig profvoetballer droeg het wit-rood-wit van Ajax maar liefst dertien seizoenen en kwam daarin tot 426 officiële duels, waarmee hij de zevende plek in Ajax’ Club van 100 bezet. Ter nagedachtenis aan Muller werpen wij een blik op zijn periode als speler van Ajax.
De kwaliteiten van Muller worden al vroeg opgemerkt door Ajax. De Amsterdammers willen hem graag naar de club toe halen, maar dat wil de destijds tienjarige Muller in eerste instantie niet. De middenvelder vindt Ajax maar een kapsonesclub, maar zijn vader schrijft hem toch in. Hoewel Muller niet groot is, groeit hij in de jeugdopleiding uit tot een betrouwbare pion op het middenveld.
Na enkele jaren in de jeugdopleiding te hebben gespeeld, maakt Muller op 5 januari 1958 zijn debuut in de hoofdmacht. In de uitwedstrijd tegen MVV start hij in de basis, maar hij kan zijn ploeg niet behoeden voor een 3-0 nederlaag. Desalniettemin markeert de wedstrijd tegen MVV het begin van een grootse carrière.
Samen met topscorer Henk Groot speelt hij een belangrijke rol bij Ajax in de jaren '60. Muller is een onvermoeibare werker op het middenveld, die vijandelijke aanvallen met vlijmscherpe tackles stopt en de voorhoede in stelling brengt. In 1960 wint Muller zijn eerste prijs met Ajax. In een beslissingswedstrijd wordt Feyenoord verslagen, waardoor Muller en Ajax zich tot kampioen van Nederland kronen. Twee jaar later wordt ook de Intertotobeker, de eerste Europese prijs in de geschiedenis van de club, veroverd.
Muller wint met Ajax uiteindelijk maar liefst vijf landstitels, twee KNVB Bekers en één Intertoto Cup. Samen met grootheden als Groot, Sjaak Swart, Piet Keizer en Johan Cruijff legt hij het fundament voor het ‘Gouden Ajax’. Ook speelt Muller mee in de legendarische ‘mistwedstrijd’ en de gewonnen wedstrijd tegen Benfica. Kortom: met Muller op het middenveld maakt Ajax naam in Europa.
Op een zijspoor
Toch maakt Muller de Europese gloriedagen van Ajax niet als speler mee. Onder Rinus Michels bereiken de Amsterdammers in 1969 de finale van de Europacup I, waarin de ploeg hard onderuit gaat tegen AC Milan (4-1). De nederlaag is voor Michels een reden om door te selecteren. Muller ondergaat hier de gevolgen van en belandt op een zijspoor.
Muller voelt zich diep gekwetst door Michels, met wie hij nog samen in het eerste elftal van Ajax heeft gespeeld. Hij ziet zichzelf als een slachtoffer van de toenemende professionalisering van het voetbal, waarin clubliefde en romantiek steeds meer naar de achtergrond verdwijnen. Muller koestert het ‘oude’ Ajax, een hechte vriendenclub waar trouw aan de club en langdurige samenwerkingen tussen spelers nog centraal staan. Teleurgesteld vertrekt hij in 1970 naar Holland Sport.
Sigarenwinkel en warme gevoelens
De gloriejaren van Ajax beleeft Muller vanuit zijn sigarenwinkel, waar hij kaartjes verkoopt voor de thuiswedstrijden. Tegenwoordig is het niet meer voor te stellen dat voetbal slechts een bijbaantje was, maar dat was het voor Muller wel. In zijn eerste jaar krijgt hij veertig gulden voor een overwinning, twintig voor een gelijkspel, een tientje voor een nederlaag en vijf gulden voor elke training. In zijn laatste seizoen bij Ajax verdient hij zo’n 48 duizend gulden bruto. Zodoende profiteert Muller niet van de stijgende salarissen van de spelers in de jaren zeventig. Hij doet zijn sigarenwinkel in 2000 van de hand.
Muller komt terug bij Ajax als de pijn van zijn vertrek is weggezakt. Zo is hij regelmatig aanwezig op reünies van Lucky Ajax, pikt hij geregeld een thuiswedstrijd mee met zijn maatje Sjaak Swart en reikt hij in het seizoen 2013/14 de kampioensschaal uit aan Ajax-aanvoerder Siem de Jong. Hoewel hij de gouden jaren ‘70 niet als speler beleefde, staat Muller bekend als een van de grootste legendes in de clubgeschiedenis. Dat hij een echte Ajacied was, moge duidelijk zijn.